Ga naar de hoofdinhoud
Ga naar de hoofdinhoud
Logo

Leestijd 3 minuten - 26 juli 2024

Ontmoet Martijn Burg: Arts in opleiding tot bedrijfsarts

Martijn Burg is een dokter in hart en nieren. Hij heeft vijftien jaar als cardioloog in het ziekenhuis gewerkt. Dat werk was spannend en ontroerend, maar ook zwaar. Nu volgt hij bij Arbo Unie een opleiding tot bedrijfsarts. Een baan die nu beter bij hem past. Martijn vertelt hier graag meer over.

Investering in mijn welzijn

Martijn zorgt graag voor zijn medemensen en helpt hen graag verder. Als bedrijfsarts helpt hij mensen verder in hun beroep. “Ik vind de combinatie van bedrijfskunde en medisch bezig zijn erg leuk. Je bent er voor zowel de werkgever als medewerker en zoekt naar de beste oplossing. Eentje die voor beide in hun voordeel werkt. Als dit lukt, dan geeft mij dit een fijn gevoel. Je hebt als bedrijfsarts bij Arbo Unie een goede balans tussen werk en privé. De avonden en weekenden ben je vrij, wat ik als cardioloog niet had. Als specialist verdiende ik misschien meer, maar ik investeer nu veel beter in mijn eigen welzijn.” 

Onpartijdig werken

Het teamgevoel vanuit de ziekenwereld ervaart Martijn ook bij Arbo Unie. “Je werkt niet alleen, maar samen in een team. Dit team bestaat onder andere uit arbeidsdeskundigen, vertrouwenspersonen en andere collega’s van de opleiding.” Arbo Unie is een stichting en dat vindt Martijn een groot voordeel. “Bij mijn vorige werk had ik te maken met zorgverzekeraars. Nu bij Arbo Unie, kun je je echt onafhankelijk opstellen en krijg je steun vanuit de organisatie. Je bent dan echt onpartijdig. Dit komt het werk ten goede.”

Doen waar jij energie van krijgt

Bij Arbo Unie krijg je veel eigen regie. “Ik kan mijn eigen agenda indelen. Moeten mijn kinderen ergens heen of moet ik ze eerder ophalen van school? Dan heb ik de ruimte om dit te blokken in mijn agenda. Dit geeft mij veel vrijheid. Ook kan je doen wat écht bij je past. Als je bijvoorbeeld aangeeft dat je meer onderzoek of adviseringswerk wil doen, dan kijk je samen met Arbo Unie wat de mogelijkheden zijn. Je mag aangeven waar je energie van krijgt. Zo voer ik het liefst advieswerk uit. Daarbij kijk ik graag naar trends binnen bedrijven en bedenk ik wat anders zou kunnen. Mijn kennis van afgelopen jaren kan ik nog steeds gebruiken. In het geven van advies aan beginnende collega’s over het uitvoeren van een hartfilmpje (ECG) of het geven van een ECG-cursus.”

Voorkomen dat medewerkers uitvallen

De rol van een bedrijfsarts gaat steeds meer de preventieve kant op. “Op een ochtend hield ik een spreekuur bij een groot bedrijf die chauffeurs in dienst hebben. Bij een spreekuur wil ik ze altijd iets extra’s meegeven. Niet alleen het geven van een opbouwschema bij een verzuimspreekuur, maar ook dat ze zelf iets kunnen doen. Dat ze zelf de regie kunnen nemen en eigen keuzes kunnen maken. Tegenwoordig dragen we horloges die van alles kunnen meten. Van hartslag tot bloeddruk. Door het gevoel van eigen regie krijgen medewerkers meer rust. En dat zien ze terug in hun hartslag en bloeddruk. Zo voorkom je dat medewerkers het ziekenhuis in gaan.”

De opleiding tot bedrijfsarts

“Samen met een groep begin je aan een traineeship. Je krijgt cursussen over hoe alles werkt. Wat houdt de wetgeving en rechtspersoon in. Of hoe stuur je een terugkoppeling aan de leidinggevende van de medewerker. Medische gegevens mag je niet delen, maar wat schrijf je dan wel op? Soms voer je ook gesprekken tussen medewerker en de leidinggevende als een soort mediator. Vaak bedoelen ze het goed, maar praten ze niet op dezelfde frequentie. Als ik dit weer goed op elkaar afgestemd krijg, dan geeft mij dit een goed gevoel. Daar doe ik het dan voor.”

“Ook loop je mee met een bedrijfsarts. Je leert meer over gesprekstechnieken en hoe je verslagen maakt. Uiteindelijk moet je een gesprek kunnen voeren en een verslag kunnen maken binnen een half uur. Aan het begin lukt dat niet altijd. Dit leer je tijdens het meelopen. Door de opleiding leer je veel strategieën herkennen, toepassen en begrijpen. En dat is leuk, als je weet hoe dingen in elkaar zitten.”